Van isolement tot massapartij

Na het lanceren van de LinkerFlank ontstonden er veel vragen over hoe we onze alternatieve strategie van partijvorming zien en hoe deze verschilt met de strategie van het Communistisch Platform. In dit artikel zal Achitofel de Reiger de basis uiteenzetten van hoe we een partij op kunnen richten vanuit een geïsoleerde beweging.

Het huidige tijdperk van de communistische arbeidersbeweging wordt gekenmerkt door de oprichting van de communistische partij. Want, in kameraad Parkinsons woorden: “Zonder partij hebben we niets”. Zonder de partij kunnen we wel fluiten naar staatsmacht voor onze klasse. We kunnen dan immers geen alternatieve machtsbasis vormen voor een in crisis geraakt kapitalisme.

Maar hoe richten we die partij op? Voor een partij is een grote groep arbeiders met socialistisch bewustzijn nodig. Daarnaast is het noodzakelijk dat deze groep niet geïsoleerd is. Ze moet in contact staan met een bredere beweging die open staat voor haar ideeën. In de eerste plaats leek het voldoen aan die vereisten een vrij simpel vraagstuk: Door te interveniëren in een al bestaande massapartij kon er gepredikt worden naar een grote groep socialisten die geworteld waren in de partij en de vakbond. Onder leiding van het Communistisch Platform organiseerden kritische leden zich binnen de SP. Het streven was om de meerderheid van de partij van een democratische en revolutionaire koers te overtuigen. Deze democratische SP zou de basis kunnen worden voor de communistische partij.

Door de royementsgolf die de overgrote meerderheid van de communistische leden in de SP velde werd deze strategie echter een onmogelijkheid. Uit de as van de oppositie in de SP herrees echter een nieuw project: de Socialisten.

Communistisch Platform en De Socialisten

De Socialisten bleek al snel niet de succesformule waar sommige leden op hadden gehoopt. De poging om mee te doen aan de gemeenteraadsverkiezingen mislukte en een deel van de leden trok weg. Door de terechte vrees vanuit Communistisch Platform voor een eenheid tegen elke prijs waarbij onderlinge verschillen werden verhuld werd in de periode hierna constant discussie gevoerd. Bij de discussies rondom Oekraïne liepen de emoties het hoogst op. Een deel van de leden bleek niet bereid om deze discussie te blijven voeren en zei het project gedag. Het gevolg is dat De Socialisten voornamelijk is gaan bestaan uit CP, ROOD en wat aanhang die met elk congres minder enthousiast lijkt te worden. Daar komt ook nog bij kijken dat er weinig tot geen nieuwe aanwas bij De Socialisten komt. Veel van de afdelingen functioneren dan ook niet tot nauwelijks vanwege een constant tekort aan actievelingen.

Maar wat is temidden van deze situatie de partijopbouwstrategie van het Communistisch Platform? Dat is niet één, twee, drie te ontwaren. De stormvloed aan artikelen op communisme.nu die de periode van het SP-conflict kenmerkte is opgedroogd en over De Socialisten is weinig geschreven. Ik zal daarom aan de hand van hun meest recente bestuursprogramma en wijzigingsvoorstellen op de congressen een samenvatting geven van wat hun strategie lijkt te zijn.

Volgens het Communistisch Platform verkeert De Socialisten nog in een fase van het opstellen van het programma en kan daarna aan het echte werk worden begonnen. Dat echte werk houdt concreet interventie (deelnemen aan een beweging om die zowel op te bouwen als te veranderen) in sociale bewegingen en de vakbond in. Omdat we consequente principes hebben en met betere ideeën komen over hoe deze bewegingen ingevuld moeten worden en daarnaast onze interne democratie de ruimte biedt voor de ideeën van nieuwe leden, sluiten deze zich bij ons aan. Ook zaken als “zichtbaar zijn op straat” en professionalisering spelen daarin een rol.1

Een belangrijk onderdeel van de langetermijnstrategie van CP is het concept van de partijbeweging. Van belang is dat het Communistisch Platform de partijbeweging ziet als iets wat pas kan bestaan nadat er een communistische partij is gesticht. De partijbeweging is dus het gevolg van de partij en speelt geen rol in het proces van partijopbouw. Over de partijbeweging en wat ze inhoudt later meer.

Nu het Communistisch Platform het vertrouwen van de meerderheid heeft gewonnen en een absolute meerderheid in het bestuur heeft verkregen, kan gezegd worden dat dit de strategie van De Socialisten omvat.  Deze strategie veronderstelt een aantal zaken. In de eerste plaats dat we mensen overtuigen door middel van het voeren van goede politiek in sociale bewegingen en het hebben van een overtuigend programma. Het bewustmakingsproces van een apolitieke of vakbondsbewuste arbeider is volgens dit idee dus een proces van rede. Ook veronderstelt het dat een organisatie met zo’n significant ledentekort als De Socialisten in staat is om zo’n interventie goed uit te voeren. In de meeste steden waar De Socialisten überhaupt van een draaiende afdeling mag spreken, zullen die interventies voor nu altijd kleinschalig zijn en afhankelijk zijn van de kracht van enkele individuen. Pas wanneer iemand van De Socialisten lid is kan een nieuwe rekruut aan het politieke project meebouwen. Als laatste lijken veel leden van De Socialisten te geloven dat veel van de nieuwe ledenwinst die nodig is voor het partijproject vanuit ROOD door zal stromen wanneer ze te oud zijn geworden. Zo schuift de taak enkel op naar ROOD.

Het diepere probleem

De strategie van de socialisten en haar veronderstellingen zijn echter niet geheel nieuw. Ze zijn immers ook de strategie die het Communistisch Platform bij ROOD heeft ingebracht. Ook ROOD nam na de royementsgolf een principieel programma aan en begon toen met een interventie in sociale bewegingen en FNV Jong naast hun werk “op straat”.

Dus, wat was er de concrete uitwerking van in ROOD? Op het eerste gezicht lijkt het positief. ROOD is sinds de royementsgolf immers gegroeid in groepen- en ledenaantal. Momenteel zou ROOD haast aan de 12-goed-werkende-groepen-eis van De Socialisten voldoen. Op één belangrijk punt is het echter niet wat het lijkt. Bijna geen van de ledenwinst in ROOD komt namelijk voort uit deze strategie. Zowel onze acties, ons op straat staan en onze interventies in bewegingen hebben wel dingen voor elkaar gekregen, soms zelfs hun doel bereikt en vaak sympathie gekweekt bij protestbewegingen (maar zoals Internationale Socialisten heeft laten zien is sympathie niet alles). Toch waren ze verre van de primaire bron van leden en worteling van ROOD.

Laten we de ledenwerving eens onder de loep nemen. Hiervoor heb ik aan verscheidene contactpersonen gevraagd waar hun ledengroei vandaan komt en heb ik gekeken naar de groepen waar ik zelf actief ben geweest of aan mee heb geholpen. Dat laatste geldt voor Utrecht, Amsterdam en Haarlem. De meeste actieve leden in Utrecht komen momenteel via-via de groep binnen. Ik ben bijvoorbeeld zelf door een vriend betrokken en datzelfde geldt voor een van onze nieuwste leden. De meeste aanmeldingen die daarop volgen komen spontaan via de site binnen. Mensen waar we nooit eerder mee gesproken hebben die ons via Google of de sociale media weten te vinden. Zij waren allemaal al socialist en op zoek naar een plek om actief te worden.

In Amsterdam kwamen de meeste nieuwe leden via S.S.V.G. ‘Jan Romein’ binnen; een studievereniging in de periferie van ROOD. In Haarlem was sociale media weer de voornaamste factor. ROOD Rotterdam haalt de meeste leden via sociale media binnen, nauw gevolgd door leden die zij via-via contacten binnenkrijgen. Zo hebben dubbelleden van P!NK in de ROOD-groep veel mensen die ze al uit P!NK kenden meegenomen naar ROOD. Dit heeft ook de vorm van een soort kettingreactie.

ROOD Nijmegen (wellicht onze grootste groep) geeft aan dat hun voornaamste bron uit kennissen en vrienden bestaat die op overleggen en activiteiten langskwamen en zich inschreven. Daarna volgen breed gedeelde sociale evenementen zoals een pannenkoekenavond met tientallen aanwezigen, wat onbekende aanmeldingen op de site en een aantal leden van SSV Het Spook, een socialistische studentenvereniging in de stad. Een paar aanmeldingen zijn wel te wijten aan interventies van ROOD. Zo hebben ze ook leden leren kennen via protestacties en hun activiteit in de studentenvakbond. Wat daarbij wel belangrijk is om te benoemen is dat het daar ook via een sociaal proces ging. Deze leden werden uitgenodigd om nog even na te komen praten, en waren vaak al bevriend met andere leden en zijn zo ROOD ingerold.

Om nog even de geschiedenis in te duiken lijkt het bij succesvolle arbeiderspartijen uit onze geschiedenis net zo te zijn gegaan. In het boek De Partij beschrijft Adriaan Veldhuizen hoe het vooral kennissen uit de wijk waren die van de vroege SDAP lid werden, soms in een kettingreactie zelfs hele straten. Daarnaast werden veel leden via kennissen op werk lid of kwamen ze uit een aan de SDAP gelieerde vereniging. Ledenwerving via hun acties kwam pas later op gang (en het was niet de revolutionaire vleugel die er hierdoor op vooruit ging!).

Eerder stelden we dat een grote groep arbeiders met een socialistisch bewustzijn de voornaamste vereiste voor het oprichten van een partij is. Wanneer de strategie van partijvorming die De Socialisten nu uit wil gaan voeren niet eens lijkt te werken voor ROOD, en we er hierbij ook nog rekening mee houden dat er onder de jeugd een grotere groep revolutionairen bestaat, vormt dit dus duidelijk geen goede basis voor een strategie van partijopbouw. De analyse van waarom De Socialisten niet groeit lijkt ook stuk te lopen. Zelfs een programma en een geprofessionaliseerde organisatie lost dit voor ROOD niet op.

Een andere belangrijke voorwaarde voor een communistische partij is worteling in de beweging. Vanwege het impermanente karakter van veel sociale bewegingen lukt dit met de huidige strategie maar deels. We hebben als kleine organisatie simpelweg nog niet de capaciteit om op grote schaal sociale bewegingen te repareren en permanent te maken. Hetzelfde geldt voor de vakbond, waar, door de organisatie in sectoren, er soms maar één Socialistenlid in een sector werkt waardoor dit in veel gevallen erg ingewikkeld wordt. Dit soort interventiewerk lijkt mij vooral een prioriteit als we enigszins zijn gegroeid en die interventies ook werkelijk functioneel uit kunnen voeren.

De problemen die we hier hebben geanalyseerd bieden ook meteen de basis voor de oplossing. Als de leden niet uit de interventies en “het op straat staan” komen, waar komen ze dan wel vandaan? Bij ROOD hebben we drie voorname bronnen ontdekt: sociale contacten, sociaal-culturele partijbewegingsorganisaties (hierna genoemd periferieorganisaties omdat er geen partij is) en reeds bewuste mensen die op zoek zijn naar een organisatie. Meestal gaat het zelfs om meerdere van deze aspecten.

De conclusie lijkt te zijn dat mensen overhalen met louter rede, met goede interventies en een goed programma niet lijkt te zijn waar leden uit voortkomen, vooral wanneer je nog een kleine organisatie bent. Het is juist het sociale contact dat ons kan aarden in een beweging in onze periferie en onze ledengroei kan garanderen.

Het alternatief

De grootste rol in een alternatieve strategie voor partijopbouw is weggelegd voor de partijbeweging. In essentie draaien we de strategie van het Communistisch Platform op zijn kop. CP beweert dat we nu moeten interveniëren en pas als we een partij hebben, kunnen bouwen aan een partijbeweging. De partijbeweging is juist wat de partij opbouwt en haar uiteindelijk in staat stelt aan het interventiewerk te beginnen. In het kort gaat de partijbeweging om het bouwen van een verzameling aan instituties, organisaties, pers, woningbouwverenigingen, coöperaties, etc. die gezamenlijk een alternatief op de burgerlijke macht kunnen bieden in een revolutionaire situatie. Ze hebben echter ook een tweede functie: voordat de revolutionaire situatie zich voordoet dienen ze als een enorm in de wijken, universiteiten en werkplaatsen geworteld netwerk in de periferie van de partij. Dit zorgt voor een enorm netwerk aan mensen die direct in contact staan met de communistische partij waaruit leden geworven kunnen worden en waar onze agitatie bij aankomt. Zo staat de partij nooit meer in isolatie van de arbeidersklasse.2

Het is die tweede functie die momenteel voor ons van belang is. Het is immers zowel precies die isolatie als een tekort aan georganiseerde socialisten waar we mee kampen als ROOD en De Socialisten. Het bouwen van periferieorganisaties kan ons isolement doorbreken en in onze omgeving een groot netwerk van georganiseerde socialisten opbouwen. Socialisten die dus niet eens lid van ROOD of De Socialisten hoeven te zijn om dat netwerk uit te breiden en te versterken. Het is precies deze groep mensen, die met ROOD en De Socialisten in haar midden de partij op kan richten.

Voorbeelden van dergelijke organisaties bestaan al. De eerste van zo’n beweging in hedendaags Nederland is de sport- en cultuurvereniging de Kameraadschappij. Een ander voorbeeld komt uit de socialistische studie- en studentenverenigingsbeweging. S.S.V.G. ‘Jan Romein’, de Amsterdamse vereniging voor studenten geschiedenis, telt nu al 50 leden en produceert een tweejaarlijks tijdschrift. Veel van deze leden zouden zich nooit direct bij onze beweging aangesloten hebben, maar omdat ze veel mensen leren kennen die onze politiek aanhangen, staan we niet langer mijlenver van hen vandaan maar juist pal in hun omgeving. Doordat deze vereniging een band heeft met de studenten op de faculteit geschiedenis staat ze ook per definitie niet geïsoleerd. Ons isolement wordt met zo’n tussenpartner dus totaal verbroken.

Het bewustwordingsproces is hier niet enkel een droge rationele overweging van ons programma en onze inbreng, maar een sociaal bewustwordingsproces. Mensen worden in een sociale context van onze ideeën overtuigd en zien zichzelf door hun lidmaatschap van een periferieorganisatie als socialist. Het zelfidentidicatieproces is daarmee dus compleet.

In Richard Hoogstratens Mao en Bakukin, en recept voor de partijbeweging agiteert deze CP-prominent tegen deze strategie. Het argument is dat er een politiek centrum nodig is om deze beweging politiek te leiden. Volgens hem wordt deze beweging “alleen in de context van een centrale massapartij die zich belegt op een onafhankelijke klassenpositie, internationalisme en radicale democratie … een logische stap”. Het risico is namelijk dat deze organisaties uit ons netwerk kunnen scheuren of politiek af zouden zwakken zonder politiek centrum, of wanneer ze niet expliciet gebonden zijn aan het politieke centrum. Een partij hebben we niet, maar dat betekent niet dat we geen politiek centrum hebben. De Socialisten en ROOD vormen in essentie dit centrum al als ze zich zodanig gaan gedragen. Bovendien kan de band tussen het centrum en de periferie op allerlei manieren aangesterkt worden. Dat het compleet verbergen van de banden met de socialistische beweging van de frontorganisatie niet werkt, zoals het artikel juist benoemt, betekent niet dat we door moeten schieten naar het enkel opzetten van een “ROOD wandelclub”. De verbinding kan ook behouden worden door het expliciet duidelijk maken van onze politiek in de periferieorganisaties. Zo kunnen we deze organisaties op den duur bijvoorbeeld verenigen in een bond.

Ook moeten we ons simpelweg bewust zijn dat dat deze verenigingen overtuigen van onze politiek en het nut van onze band een permanente strijd is en dat ook zo zal blijven wanneer we een massapartij als centrum hebben. Ook dan kunnen organisaties afdrijven, reformistisch worden of instorten. Vandaag zullen we de leden van periferieorganisaties moeten overtuigen, en wanneer morgen de zon opkomt is die taak nog één en dezelfde.

De centrale taak in die strijd is op dit moment het overtuigen van georganiseerde socialisten van de noodzaak van een partij, dat ze daaraan mee moeten bouwen en dat die partij een revolutionaire moet zijn. Laten we die taak met trots uitvoeren.

Even concreet

Wat moeten we dan precies gaan doen? Eindeloos onder de Sinaï wachten eer dit pad voor ons uitgestippeld wordt heeft natuurlijk geen zin. Toch zijn er wel een aantal conclusies die noodzakelijkerwijs uit deze analyse volgen. Onze huidige taak is het actief opbouwen en versterken van expliciet socialistische sociaalculturele verenigingen in onze periferie, of ons desnoods expliciet socialistisch opstellen in niet-socialistische verenigingen. In sociale bewegingen is onze taak verder om ook hier het sociale aspect te benadrukken, want zoals ons oprichtend document zegt worden “Mensen worden niet tot revolutionair geredeneerd, maar gesocialiseerd”. Door niet alleen politiek, maar ook sociaal aanwezig te zijn in bewegingen hebben interventies nut.

Dit zal voornamelijk het werk gaan zijn van lokale groepen en afdelingen. Bovendien is het geen makkelijke of snelle taak. Of je een bepaald soort vereniging op kunt bouwen of versterken is volledig afhankelijk van de mensen die in onze organisatie op landelijk en lokaal niveau actief zijn. Zo kun je een socialistische studievereniging enkel opzetten als je een paar socialisten op dezelfde studie hebt die daar interesse in hebben.

Ook de al bestaande verenigingen verdienen extra aandacht. De Kameraadschappij heeft een tekort aan kartrekkers, ‘Jan Romein’ heeft mensen nodig om van hun lokale vereniging een landelijk netwerk te hebben, en SSV Het Spook ontvangt al veel steun vanuit de ROOD-groep.

Naast dit werk betekent het ook dat het scholingsniveau van ROOD en De Socialisten sterk omhoog moet. Dat moet immers het centrum van onze beweging gaan vormen. Ook moeten de activiteiten die niet te maken hebben met het opbouwen van periferieorganisaties een sterker politiek karakter krijgen. ROOD en de Socialisten worden het politieke en geschoolde centrum van de beweging.

Hoe dan ook is de taak voor communisten vandaag de dag duidelijk. Op naar de partijbeweging en op naar de partij!

-Achitofel de Reiger


Wil je ook een artikel insturen naar cultuursocialisme.nl? Stuur deze dan op naar info@cultuursocialisme.nl.


Voetnoten:

1. https://communisme.nu/wp-content/uploads/2023/12/Aan-de-slag-programma-kandidaten-CP-voor-het-Socialistenbestuur.pdf

2. Voor meer informatie over de partijbeweging, zie: https://communisme.nu/artikelen/2019/10/01/mao-en-bakunin-een-recept-voor-de-partijbeweging/, zie ook Revolutionary strategy van Mike Macnair voor een meer gedetailleerde onderbouwing van het concept.


Posted

in

by

Tags:

Comments

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *