met de babyblauw, roze, witte strijdbanier naar de overwinning op vrouwenhaat!
Dit artikel komt linea recta uit een laatje van maart 2023, ik was totaal vergeten dat het bestond. Internationale werkende vrouwendag, de réponse daarop van de mannelijke medemens en de opkomst bij de scholing van Agata heeft wederom haar noodzaak bevestigd. De verwijzingen zijn daardoor al een jaartje oud, doch het centrale punt staat en ik heb daarom alsnog besloten te vragen het te publiceren:
Dit stuk is simultaan een reactie op de toon van het stuk “Giftige masculiniteit en body shaming” uit het Prikbord van februari (2023), die voor mij een onwetendheid over de bruutheid van het patriarchaat in onze organisatie blootlegt, als een uitgewerkte reactie op een discussie die ik had met een kameraad over de kwestie van transgender-genderexpressie als een anti-patriarchale daad. Los daarvan is het ook een poging om kameraden na te laten denken over het patriarchaat, wat het inhoudt, en hoe het te theoretiseren, omdat ik merk dat het bewustzijn hierover laag ligt.
Het stuk lijkt ongeorganiseerd, maar men moet weten dat er een punt is: zijnde dat de strijd voor transrechten een onmisbaar onderdeel is van onze strijd tegen vrouwenhaat. Het stuk gaat dus van de hak op de tak. Het is namelijk een goocheltruc. De truc is dat ik een doodnormale transman om kan toveren tot soldaat op de frontlinie tegen vrouwenhaat. Een truc die zoals elke goede truc afleidingsmanoeuvres en vingervlugheid kent,1 maar er uiteindelijk toe zou moeten leiden dat de duif uit de hoed vliegt, en onze transformatie bekend en begrepen wordt.
En zoals elke goede goocheltruc heb ik haar gestolen van een grotere goochelaar. Grote delen van dit stuk zijn vertalingen van het stuk “Ten Theses on the Gender Question” van Roxy Hall, omdat zij de standaardpunten van transfeministische politiek en analyse daar beter verwoord dan ik zou kunnen doen, dit stuk begon oorspronkelijk dan ook als een simpele vertaling van dat stuk. Het is zelfs voor mij niet meer geheel duidelijk welke mijn woorden zijn, en welke die van haar. Voor zover mogelijk heb ik gepoogd aan te geven waar ik haar schaamteloos plagieer, dit doe ik door het schuingedrukt weer te geven. Desondanks bevat dit stuk delen die dat stuk niet bevat en andersom. De stukken zijn dus niet voor elkaar inwisselbaar, en ze beide lezen lijkt me nuttig. Er staat een vertaling naar het Nederlands op de website van het communistisch platform, onder de naam “Tien stellingen over de genderkwestie”.2
Sekse en gender als losgekoppelde concepten
Binnen onze beweging bestaan concepties van fluïde genderidentiteit als losgekoppeld van vaste seksedistincties. Gender als zelfgeconstrueerde identiteit met interne identificatie op basis van sociale kenmerken en een genderarchetype met onduidelijke oorsprong, gecontrasteerd tot sekse met externe identificatie op basis van biologische kenmerken. In de discussie rondom transgenderidentiteit vaak gepresenteerd als “een jongen in een meisjeslichaam”. Transgenderidentiteit is in deze conceptie “valide” (valid), omdat de intern gewenste sociale kenmerken overeenkomen met het genderarchetype dat niet overeenkomt met het toegeschreven geslacht, niemand schaadt door haar bestaan en daarom legale en sociale gelijkheid verdient. Transhaat is een cultureel fenomeen dat simpelweg wordt “aangeleerd” of voortkomt uit dat mensen niet goed met verandering om kunnen gaan. Zulke concepties komen niet geheel overeen met ervaring (ik kom hier op terug) en vallen (veelal onbewust) terug op essentialistische karakteriseringen van gender. De conclusie (legale en sociale gelijkheid) gaat ook niet ver genoeg. Daarnaast is het idee dat transhaat als cultureel fenomeen simpelweg uit de lucht komt vallen of enkel “aangeleerd” is simpelweg niet waar. Transhaters zijn vanuit hun eigenbelang een concrete materiële sociale dynamiek, die tussen man en vrouw, aan het verdedigen die trans mensen door hun bestaan aantasten.
Een materialistische conceptie van gender, die de maatschappelijke scheiding in productie en reproductie tussen mannen en vrouwen primair stelt, is nodig om de problemen met de hiervoor genoemde conceptie bloot te leggen. Gender als sociale rol koppelt in deze conceptie dus direct aan een arbeidsdeling (eigenlijk segregatie!) in de maatschappij. We zien dit in alle klassenmaatschappijen, waar genderrollen georganiseerd en gereorganiseerd worden om de veranderingen in die arbeidsdeling te faciliteren.3 Dit wordt extra duidelijk in maatschappijen waar een derde genderrol ontstaat, noch man noch vrouw in haar codering. Deze derde genderrol wordt door westerse progressievelingen vaak onterecht vergeleken met moderne non-binaire identiteit. Wat genegeerd wordt is dat deze genderrollen gepaard gaan met een rol in het productieproces, en niet, zoals non-binaire genderidenteiten wel doen, fundamenteel breken met de arbeidsdeling die ten gronde ligt aan sekse/genderdiscriminatie. Zie de administratieve eunuchklasse in het oude China, die noch mannelijke noch vrouwelijke rol vervullen, en daartoe ook fysiek gemodificeerd (gecastreerd) wordt. De sekse (!) wordt met de genderrol aangepast om hun transitie tot Eunuch te reflecteren.
Gender kan sekse soms dus overstemmen. Sekse is namelijk pas het lichaam nadat het tot sekse gemaakt is, en niet een inherent valide categorie, zoals bijvoorbeeld biologisch essentialisten pretenderen. Regelmatig wordt ingegrepen op de sekse om de gegenderde conceptie van de wereld te beschermen. Intersekse mensen worden “behandeld” om het kind weer “normaal” te maken. Het geslacht toegeschreven bij geboorte overstemt de sekse waarop het zogenaamd gebaseerd is. Van vrouwen wordt verwacht dat zij hun benen en oksels scheren en gezichtshaar onzichtbaar maken. Het presenteren van een lichaam dat een standaard van vrouw bevat (sekse) wordt meedogenloos opgelegd bij het zijn van een vrouw (gender). Het lichaam krijgt in deze voorbeelden een sekse op basis van de toegeschreven gender, en niet andersom. Om maar aan te geven dat wat primair is aan het systeem de arbeidsdeling is, en niet de sociale conceptie van biologische sekse, noch de sociale waarden die we aan gender toeschrijven. We wisselen tussen het opleggen van de twee aan de hand van wat het beste uitkomt voor de originele functie: het in stand houden van het patriarchaat. Alle visies die sekse als een vaste set karaktereigenschappen wil definiëren doen dit aan de hand van arbitraire standaarden zonder sociale waarde,4 of zijn verplicht te doen alsof de sociale waarde inherent zijn aan de biologische eigenschappen.5
Wat is dan wel de sekse of gender? Wanneer we een stoel definiëren is het moeilijk om een definitie te geven die alle andere meubels uitsluit. Dit is omdat “stoel” een abstractie is, de totale categorie blijft altijd buiten ons begrip. Dit is de relatie tussen het abstracte en het concrete.
Gender en sekse is6 op dezelfde wijze een categorie (of twee categorieën). Het speelt een belangrijke sociale rol, maar haar individuele instanties zijn niet uniform – vrouwen verschillen van elkaar, evenals mannen. Wanneer we met een man geconfronteerd worden (het gebeurt vaker dan je zou hopen!), worden we geconfronteerd met een cluster aan eigenschappen. Een set fysieke eigenschappen die een bepaalde sociale betekenis hebben gekregen, een bepaalde persoonlijkheid en een bepaalde sociale rol: een bepaalde manier om de sociale wereld te benaderen. Niet alle mannen bevatten al deze eigenschappen, maar ze hebben er in ieder geval een paar. De lijn waar het kwantitatieve kwaliteit wordt blijft buiten ons begrip.
Waar we wel op kunnen komen is de sociale functie van gender. De kern van het bestaan ervan, een arbeidsdeling. Maar de gender is niet de arbeidsdeling; de kaart is niet het landschap dat er op afgebeeld staat. De sociale ideologie kan geen perfecte representatie zijn van de kern van haar reden ter bestaan. Gender is de ideologie die de sociale verdeling van arbeid rondom toegeschreven geslacht is. Maar veel van wat we sekse noemen is dat óók.
Gender (of genderrollen, daar de beiden uiteindelijk een identiteit delen) is dus manifestatie op het niveau van cultuur en wetgeving van wat diep weggestopt is in de onderliggende strata van de sociale orde: bewegingen van arbeid en reproductie (de maatschappelijke id, of in marxistische termen de basis). Door de wijze dat gender deze relaties terugreflecteert op de maatschappij doet gender dit op een vervormde manier. Ze maakt de echte dynamieken minder duidelijk en presenteert een bijzondere indruk van de maatschappij als geheel. In een reële zin is gender dus een ideologie. Een ideologie die niet biologische sekse reflecteert, maar een sociale verdeling van arbeid die is verdeeld rondom toegeschreven sekse.
Intermezzo over “Over de transgenderwet” uit Manifest
We zien veel socialisten foutief in de verdediging schieten tegenover het artikel “Over de transgenderwet” uit de publicatie van de NCPN Manifest. Correct zien deze twittersocialistjes dat de NCPN de foute positie inneemt op de kwestie van de transgenderwet,7 maar ze missen totaal en finaal waaròm en geven de schuld daarom aan het feit dat de NCPN in dit artikel de dialectische en materialistische verklaring van de geschiedenis verdedigt en de liberale tweedeling tussen gender en sekse verwerpt.
De NCPN verwerpt de transgenderwet omdat ze geloven dat het onderdeel is van een “schimmige” (hun woorden) burgerlijke samenzwering om de zorg te decentraliseren.8 Maar ze diagnosticeert correct dat noch het reactionaire en transfobische metafysische genderessentialisme, noch de kleinburgerlijk intellectuele identity primacy voor coherente wetenschappelijke analyses zorgen. De NCPN verbindt deze tweede analyse zelfs geheel correct aan de los-het-zelf-maar-op-instelling die de burgerij neemt ten opzichte van de trans medemens, of zoals de NCPN ze beschrijft “de transgender”.
De enige theoretische fout van het artikel als het aankomt op de relatie tussen gender en sekse is dat ze impliceert dat gender een weergave van en relatie tot sekse is, in plaats van tot toegeschreven sekse. Wellicht erkent de schrijver de distinctie en het bestaan van non-sociale “biologische sekse” niet (erg woke!).
Vrouw worden/zijn
De arbeidsdeling tussen de toegeschreven seksen in de moderne kapitalistische maatschappij is bij ons bekend (mannen graven, vrouwen koken, mannen bouwen, vrouwen weven, mannen filosoferen en vrouwen bewonderen), maar de kern van het probleem is niet de deling (we delen ook taken tussen “voetballer” en “honkballer”), maar de onderdrukking die er uit voortvloeit. De arbeid van vrouwen wordt systematisch ondergewaardeerd. Deze onderdrukking is de onderliggende drijfveer van het patriarchaat, en hoe het kan voortbestaan door veranderingen in productiemodussen.
Maar waarom zou iemand zich dan in deze rolverdeling op de plek van de vrouw zetten? In de woorden van Freud “hoe wordt het biseksuele kind een vrouw?”,9 of zoals een normaal mens het zou formuleren “hoe gebeurt het dat mensen zichzelf en anderen gaan genderen?” Omdat het geslacht op basis van een conceptie van de sekse, de toegewezen sekse, (die dus óók een sociale realiteit is) opgelegd wordt.
Al dat wat cultureel gezien aan de gendercategorieën wordt toebedeeld is een reflectie van deze uitbuitingsverhouding. Vrouwen worden beroofd van hun productieve bijdragen aan de samenleving door het simpele feit dat hun deel van het maatschappelijke product verborgen is achter de gesloten deuren van het huis, in de privésfeer. Dit degradeert ze tot de mindere sociale positie die door Simone Beauvoir is beschreven in Le Deuxième Sexe (De Tweede Sekse) wat leidt tot hun culturele marginalisering. De manier waarop mannen centraal gesteld worden in alle aspecten van het leven, in de politiek, in cultuur, in persoonlijke relaties, is een reflectie van èn versterkt de gegenderde arbeidsdeling. De man is de mal, het voorbeeldmens, die in alles de hoofdrol en het onderwerp met agentschap belichaamt. De vrouw is de ander; gezien als apart, klein gemaakt, zwak en onbelangrijk. Zelfs wanneer vrouwen het huishouden verlaten en de markteconomie betreden als loonarbeiders worden ze in de rollen gedreven die hun huiselijke taken weerspiegelen: schoonmaaksters, sekswerkers, leraressen, verpleegsters en serveersters. Deze industrieën zijn het slachtoffer van bijzonder intense uitbuiting door het kapitaal, een dynamiek die wordt goedgepraat door te beweren dat het werk vrouwen makkelijk ligt – het ligt immers in hun natuur.10
Mochten mensen die toegeschreven vrouw zijn bij de geboorte zich echter niet gedragen naar de gesocialiseerde rol, waartoe ze evident een direct belang hebben, heeft de maatschappij twee opties: het accepteren, en daarmee de arbeidssegregatie deels opgeven, of het bestrijden, desnoods met geweld. We zien dat doorgaans de tweede route genomen wordt, en dat mannen zelfs expliciet samenzweren op podcasts en in kleedkamers om vrouwen te onderdrukken. Dit gebeurt in het ergste geval op brute wijze.
Intermezzo over ROOD
We zien in het vorige kopje iets dat veel mannen, ook op links, missen aan het patriarchaat. Het patriarchaat is bruut geweld. Het patriarchaat is zowel fysiek, verbaal en seksueel geweld als de dreiging daarvan. Als we dit niet erkennen in zijn volledige waarheid, niet alleen nominaal, maar ook in hoe en wanneer we het bespreken, kunnen we onszelf niet serieus nemen in onze toezegging de strijd tegen het patriarchaat te voeren. Dit missen zorgt ervoor dat we vaak de focus leggen op compleet verkeerde aspecten van het probleem. Door bijvoorbeeld evenveel aandacht te besteden aan hoe gezinsstructuren of het patriarchaat effect hebben op mannen als aan de daadwerkelijke onderdrukten van het systeem.
Ik heb me achteraf gezien ook schuldig gemaakt aan dit probleem met mijn eerste stuk in het Prikbord waarin ik poogde een (redelijk vulgaire) feministische analyse van de bodyshaming van mannen te geven. Wat ik niet genoeg benadrukte in dat stuk is dat, hoe gek het voor sommige mannen ook zal klinken, vrouwen het primaire slachtoffer zijn van het bevestigen van traditionele concepties van mannelijkheid door bodyshaming. Mannen (!) dwingen elkaar te spelen naar de regels van het patriarchaat. Ze internaliseren bij elkaar de schaamte om met die regels te breken: en zullen zich dus schamen om met het patriarchaat te breken. Het doorbreken van je valse mannelijke “genderklassenbewustzijn” (het idee dat je baat hebt bij het onderdrukken van vrouwen) is voor de man een emanciperende daad. Het is voor een man zelfs de enige manier om op een zinvolle manier verbinding te maken met de onderdrukten in het patriarchaat en zelfs de enige manier om als man het volledige menszijn van de vrouw te zien. Daarnaast staat het hem natuurlijk toe om op andere aspecten te organiseren met vrouwen. Deze stap vermoeilijken is natuurlijk slecht voor de man. Maar dat neemt niet weg dat breken met “ik heb het moeilijk om vrienden te worden met vrouwen, ik schrik ze af uit de vakbond en ik voel me slecht over de grootte mijn geslachtsdeel” níét op hetzelfde niveau staat als “ik ben onder constante dreiging van geweld, nabij de helft van de maatschappij behandelt me als een onderklasse, als seksloos seksobject en alle wegen die er zijn om me te emanciperen impliceren een leven van strijd”. Nogmaals wil ik aan alle mannen in onze organisatie benadrukken dat als men geen vuur en woede voelt bij het patriarchaat, om de precaire situatie waar het vrouwen en genderminderheden in stopt, men het niet begrepen heeft. Toen ik het artikel schreef leek dat me redelijk evident, maar dat was het achteraf wellicht niet.
We zien het ook weer in het artikel Giftige masculiniteit en body shaming in het prikbord van februari (2023), dat de terminologie van feminisme overneemt, maar simultaan niet benoemt dat teksten als “je hebt vast al jaren geen tieten meer gezien” objectificerend zijn jegens vrouwen en spreekt over “bitches” krijgen.11
Daarnaast zit er ook een theoretische onduidelijkheid in de wijze waarop de schrijver patriarchaal geweld conceptualiseert. Aan de ene zijde staat patriarchaal geweld los van iemands capaciteit om een affectie van anderen te krijgen (we associëren volgens het artikel incorrect een gebrek aan affectie met seksisme), aan de andere kant zou er een hele beweging van reactionaire milities uit voortkomen (het seksisme van de Proud Boys en incels zou voortkomen uit hun gebrek aan de affectie die hoort bij “een man zijn” en de sociale verwachting die daar aan hangt). Het reactionaire element in deze bewegingen komt echter niet van de verwachting affectie te verkrijgen, of enkel een bepaald idee bij “man zijn”. Het reactionaire element komt van de bijbehorende sociale verwachting vrouwen te kunnen onderdrukken en de mogelijkheid om dat te doen.
Ik ben opgegroeid met de verwachting dat de afwas gedaan wordt door de vaatwasser, en niet een vrouw. Nu doe ik mijn afwas met hand, daar ik geen vaatwasser heb. Er is echter niemand die hier reactionair wordt van het feit dat de sociale verwachting niet uit is gekomen, en dat komt niet door de triviale aard van het probleem, maar uit het feit dat er geen functie is aan het pogen vaatwassers te onderdrukken tot ze mijn afwas doen. Het is dus niet enkel de verwachting affectie te kunnen krijgen die men reactionair en haatdragend maakt. De sociale rol van de man en toxische masculiniteit volgt uit een daadwerkelijke mogelijkheid en arbeidsdeling. Er is in het geval van het patriarchaat een daadwerkelijk geobserveerd “belang” bij het geweld (ondanks het feit dat we hier natuurlijk hebben over een vals bewustzijn en verwerpelijke positie). De incels voelen frustratie omdat het ze niet lukt vrouwen te onderdrukken op een wijze die ze hadden verwacht, niet omdat ze geen affectie verkrijgen en links er niet is met een alternatief beeld op mannelijkheid (een blik op een incelforums zou je laten zien dat deze mensen niet simpelweg affectie missen, ze “eisen” dat vrouwen zich “traditioneel” gedragen, iets waar we als links absoluut niet op accomoderende wijze op moeten reageren). Andrew Tate doet wat de incel niet lukt, hij krijgt wél zijn eigen fucked-up interpretatie van “affectie”, die ook die van de incel is. Waarom worden dan zowel incels en dude-bro’s reactionair op de kwestie van vrouwenbevrijding door hun relatie tot mannelijkheid, ondanks dat de één wel succesvol zijn rol als “man” vervult en de ander niet? Omdat beide de rol van man als onderdrukker hebben omarmt! Alleen door de rolverdeling, de genderklassenrelaties in plaats van puur ideële verwachtingen, te bekijken kunnen we verklaren waarom mannen zo anders reageren op de realiteit van de veranderende rol van de vrouw, en lossen we deze schijnbare tegenstelling op.
Het emanciperende karakter van het breken van genderrollen
De maatschappij eist dus dat men binnen bepaalde lijntjes loopt in haar conceptie van gender om open conflict te kunnen mijden. Maar dit open conflict is onvermijdelijk zo lang er groepen zijn die winnen en verliezen. Het conflict van het patriarchaat bestaat, en zal daardoor onvermijdelijk tot de oppervlakte komen borrelen. Transgender mensen breken echter met de eerder benoemde opdringerij van de maatschappij, dat er bepaalde sociale kenmerken horen bij de andere gediagnosticeerde fysieke kenmerken.12 Ze normaliseren het kunnen breken met je “verplichte” sociale rol in productie, een verplichting die nodig is om de vrouw tot slaaf te houden.
Binaire transgender genderexpressie zou gecoöpteerd kunnen worden wanneer er kaders aan gesteld zouden worden. Als er een bepaald maximumaantal zou zijn, zou het een proces dat onveranderlijk bestaat (bijvoorbeeld genetisch) zijn. Zie bijvoorbeeld het “linkshandigen”-argument (het idee dat toen linkshandigheid niet langer afgestraft werd er een sprong in de hoeveelheid linkshandigen was, maar dat dit later afvlakte en dat deze ontwikkeling ook zal plaatsvinden bij queer mensen, dat de hoeveelheid mogelijke queer mensen dus beperkt is): dat inherent queer mensen probeert te positioneren als “geen dreiging voor het patriarchaat en de status quo”. Een in aantallen beperkte populatie die zich fysiek en dus in expressie volledig aanpast aan de sociale rol kan door het patriarchaat geaccepteerd worden, maar moet niet ons streven zijn. Als blijkt dat deze aanname niet klopt hebben we al deze tijd en moeite verspilt om deze mensen te proberen te passen in het patriarchaat, terwijl het doel van feministische revolutie niet het verdinglijken (“reïficeren”) en verdedigen van het concept van vrouwen als sociale klasse is. Het is de rol van de feministische revolutie om de kettingen tussen het lichaam met sekse en het gendersysteem te breken, tussen bepaalde genitaliën en bepaald werk of een bepaalde manier van leven. Om de vrouw, en daarmee de mens, te bevrijden van het patriarchaat. Het is een revolutie tegen de ideologie van “biologische sekse”.
Voor transgendermensen is deze anti-patriarchale strijd niet vrijwillig, noch is het wenselijk dat ze deze strijd moeten voeren. Laat me daarom mijn karakterisering van gendernonconformiteit als feministische heldendaad verdedigen met een vergelijking. Toen in Berlijn de rode vlag van de Sovjet-Unie geheven werd, werd deze geheven door voor het grootste deel dienstplichtigen, die desondanks voor een groot deel helden waren. Zij werden gedreven tot strijd door dwang of primaire dreiging op hun leven. Desondanks hebben zij met hun overwinning de wereld bevrijd van het nazisme. Zo ook bevrijdt de onvrijwillige strijd van de transgenderpersoon bij overwinning de gehele mensheid van de bruut, van een van het meest walgelijke, van een vijand bij wie men zich niet hoeft te schamen hem te vergelijken met de wreedheid van de nazi’s: van het patriarchaat.
Om terug te komen op mijn originele punt: de omtovering van de transgenderpersoon tot dappere genderrebel die de babyblauw, roze, witte banier hijst van het dak van de Reichstag. Door licht te schijnen op deze relatie tussen gender en arbeidsdeling hoop ik deze truc duidelijk te hebben gemaakt en te hebben laten zien dat er geen echte magie aan te pas is gekomen.
Natuurlijk is individuele genderexpressie geen alternatief voor collectieve actie. The pen is mighter than the sword, zo stellen de voorvechters van een radicaal liberale conceptie van transgenderidentiteit, zij die het zwaard niet willen oppakken. In geen geval zal academisch geneuzel en zelfbewust navelstaren het feit dat de emancipatie van vrouwen en queer mensen onlosmakelijk verbonden is met het lot van het proletariaat en hun klassenheerschappij, wiens drang als klassencollectief is zich te ontdoen van gegenderde hiërarchieën, onwaar maken. Onze voice of reason, het academisch werk dat het patriarchaat écht schade doet, is er één die met tape aan een proletarische kruisraket zit.
In elk zulke revolutionaire strijd zullen alle oude identiteiten en categorieën sterven en een nieuwe geëmancipeerde mensheid haar plaats innemen. Het is de schemering bij de zonsondergang van de patriarch die de overwinning van de queerbevrijding, de bevrijding van de kettingen van gender en het komend communisme zal inluiden.
-Sterre Wichelaar
Wil je ook een artikel insturen naar cultuursocialisme.nl? Stuur deze dan op naar info@cultuursocialisme.nl.
Voetnoten:
1. Halverwege zul je geheel vergeten zijn dat het artikel over transrechten gaat!
2. https://communisme.nu/artikelen/2023/04/09/tien-stellingen-over-de-genderkwestie/
3. Hoewel het boek “Caliban and the witch” van Federici eufemistisch gezegd een bronvermeldingsprobleem heeft, maakt het deze reorganisatie wel erg duidelijk, alleen al op die basis is het aan te raden. Neem bij het lezen echter de geschiedenis zoals ze die beschrijft met een korrel zout.
4. We creëren hier dus een totaal arbitrair doosje dat geenszins ook maar iets nuttigs betekent voor de sociale kwesties van het dagelijks leven. Voor de Marxisten: het is natuurlijk ook niet dialectisch, omdat het sekse definieert als een relatie tot niks, als transcendentale a priori begrepen eigenschap.
5. Complete metafysica. Het is net zo betekenisvol als stellen dat “de female essence” geen haren op haar been heeft.
6. Is, is hier opzettelijk is. Het “gender en sekse” is hier één concept. Het is dus enkelvoud, en daarom is, in plaats van zijn.
7. Dit artikel gaat niet over de transgenderwet, en ik ga hier daarom ook niet uitleggen waarom de transgenderwet goed is.
8. Ik ontken niet dat die samenzwering bestaat, ik ontken enkel dat de transgenderwet er onderdeel van is!
9. Een Freudcitaat dat daadwerkelijk indertijd niet veel meer betekende dan “waarom gaat een kind zichzelf zien als vrouw?”, maar toch bij menig mens tot woede kan leiden omdat ze niet doorhebben dat de betekenis van het woord biseksueel totaal veranderd is.
10. Zeker bij uitbuiting omtrent seks zien we dat de vrouw die zo haar geld verdient neergezet wordt als iemand die stiekem haar precaire situatie wil. We zien bij de lerares en verpleegster dat haar heftige uitbuiting gerechtvaardigd wordt door te stellen dat “dit nu eenmaal is wat vrouwen doen en willen doen”. Bij de sekswerker gaat het patriarchaat echter vaak een stapje verder. Ze wordt overdreven uitgebuit, niet alleen omdat ze het sekswerk van nature/vanwege haar vrouwelijke essentie wil doen, maar omdat ze, volgend de mannen die “naar de hoeren gaan” en voor wie seksualiteit en dominantie over vrouwen één zijn geworden, overdreven uitgebuit worden als doel heeft. Voor de sekswerker is, volgens de seksist, niet alleen het werk natuurlijk vanwege haar sekse, maar ze wil extreem uitgebuit worden vanwege haar sekse. Ze heeft een “natuurlijk vrouwelijke” drang om “gedomineerd” te worden door een man en de uitbuiting wordt onderdeel van het werk zelf (de economische dominantie is voor de man simultaan seksuele dominantie).
Zelfs bij veel linkse mannen zien we dit hersenspinsel uit de seksismekwab. De armen zijn afhankelijk van de rijken voor geld en moeten daarom voor ze arbeiden. Dit is de meest valse roof en uitbuiting, zo delen ik en hij de mening. Maar wanneer deze man de abstracte arme kan zien als “hoer”, wordt deze zelfde relatie spontaan “vrije keuze”! Zelfs de linkse man kan het niet verhelpen te denken dat de vrouw seksueel onderdrukt wil worden.
11. merk op hoe de slur in aanhalingstekens staat, dit laat zien dat de schrijver afstand wil nemen van het woord, maar het woord krijgen staat niet in aanhalingstekens. De conceptie dat vrouwen iets is dat een man kan krijgen is natuurlijk net zo problematisch als het gebruik van de slur, maar wordt door de schrijver niet opgemerkt. De vorm van de woorden wordt niet op dezelfde wijze afstand van genomen hoewel de vrouwen, hier naar verwezen als “bitches”, letterlijk synoniem voor seks zijn. De vrouwen zijn in deze constructie, in de verbiage van de man, letterlijk seks.
12. En in de woorden van het patriarchaat, in het geval van een absentie aan penis, gebrek of kwaal.
Leave a Reply