
Vervreemding en de eenheid van de arbeidersklassee
De kapitalistische klasse heeft er belang bij de eenheid van de arbeidersklasse te breken. Een van de manieren waarop de kapitalisten ons tegen elkaar uit proberen te spelen, is door ons op te delen in “hoog-” en “laagopgeleide” arbeiders.
Vanaf een hele jonge leeftijd worden leerlingen opgesplitst op basis van leerniveau. Hoewel men bij hoog en laag ontkent dat daar waardeoordelen aan verbonden zijn, leert de werkelijkheid ons dat dit onderscheid wel degelijk doorwerkt. Leerlingen op het gymnasium krijgen vanaf dag één te horen dat zij tot de crème de la crème behoren en “de toekomstige leiders van de wereld” zijn. Ook is een van de makkelijkste manieren om een vwo-klas op orde te krijgen door ze te vergelijken met een vmbo-klas; de connotatie maakt leerlingen onmiddellijk monddood. Op het vwo is vaak meer geld weggelegd voor bijvoorbeeld schoolreizen*. Vmbo-klassen hebben dit vaak niet. Dit kan een sterk minderwaardigheidsgevoel oproepen. Zo hoor je binnen vmbo-klassen vaak dat leerlingen zichzelf als dommer beschouwen*.
Vwo-leerlingen wordt een superieure houding aangeleerd. Zo ziet men zichzelf sneller als slimmer en daarom ook beter. Hierbij zien we dus meteen al een tegenstelling ontstaan tussen het vmbo en vwo-onderwijs. Deze splitsing loopt door van het voortgezet naar het hoger onderwijs. Mbo’s zijn vaak compleet geïsoleerd van universiteiten en hogescholen in steden waar die aanwezig zijn. Dit uit zich bijvoorbeeld in het gebrek aan studentenvakbonden in het mbo. Ook andere studentenorganisaties, zoals sportclubs en gezelligheidsverenigingen, laten mbo’ers links liggen. Mbo’ers worden zo verder en verder geïsoleerd van studenten op het hbo of op de universiteit. Er ontstaat duidelijk een scheur tussen academisch geschoolde arbeiders en praktisch geschoolde arbeiders.
Het is van het grootste belang dat de eenheid van de arbeidersklasse bewaard wordt. Als socialisten moeten we ons verzetten tegen alle pogingen om die eenheid te schaden. Binnen ROOD zijn studenten aan hogescholen en universiteiten oververtegenwoordigd, waardoor sommige groepen een sterk academisch karakter krijgen. In veel afdelingen studeert het overgrote deel van de kameraden aan hogescholen of universiteiten. Deze academische tendens is gelukkig wel aan het veranderen. Zo zien we binnen ROOD Rotterdam steeds meer kameraden die niet universitair geschoold zijn. Deze verandering moet doorzetten. Het is voor ROOD van belang dat wij breken met de minder- en meerwaardigheidsgevoelens binnen het praktische en het academische onderwijs. In dit artikel zullen wij bespreken hoe deze kloof binnen het onderwijs bestaat en wat wij als ROOD en de RSP hiertegen kunnen doen.
Het klasse-element
Buiten het feit dat de arbeidersklasse wordt opgesplitst door de onderwijsniveaus, zien we ook dat er een duidelijk klasse-element bestaat in de aard van de onderwijsniveaus. Er is namelijk een reden dat grote groepen van de burgerlijke klasse zich veel meer op de havo of het VWO bevinden, en niet op het VMBO.
Hogere onderwijsniveaus zijn vaak beter gefinancierd en van betere kwaliteit. Daarbij zien we dat wanneer jij meer geld hebt, je vaak ook de tijd hebt om je kinderen te helpen met studeren of de mogelijkheid hebt om bijles te betalen. Mensen die hun eigen arbeid moeten verkopen hebben daar vaak de tijd en het geld niet voor. In de meest extreme gevallen sturen ouders hun kinderen naar zogenaamde privéscholen. Hier zijn de klassen dusdanig klein dat een docent veel meer tijd heeft om leerlingen individueel te begeleiden en zo kunnen leerlingen veel makkelijker hogere punten halen. Dit kost dan wel tienduizend euro per jaar, een bedrag dat voor veel mensen onbetaalbaar is. Wat we hier dus zien is dat leerlingen uit de burgerlijke klasse veel makkelijker toegang hebben tot onderwijs van een hogere kwaliteit.
Partijbeweging
Om te beginnen ga ik uiteen zetten wat de partijbeweging precies inhoudt. Zo hebben mensen een concreet beeld van wat het is. Daarna ga ik in op hoe we de strategie van de partijbeweging kunnen toepassen op het onderwijs. Zo kunnen we meer cohesie creëren binnen de arbeidersklasse om zo een sterkere vuist te maken tegen kapitaal!
De eerste structuren van de partijbeweging zijn al op aan het komen. Zo hebben we al studentenorganisaties zoals bijvoorbeeld het Spook. Het idee om een onafhankelijke cultuur te creëren voor de werkende klasse om zo de macht van de arbeidersklasse op te bouwen heeft zo haar eerste stappen gezet.
Echter zien wij dat deze organisaties op dit moment vooral voor studentikoze jongeren zijn. Zo is er nog geen plek voor jongeren of volwassenen die niet studeren. Zelfs binnen de mbo’s is er vaak een stigma voor studentenorganisaties. Zo hangt er een gevoel dat ze daar niet bij horen. We moeten dus gaan kijken naar meerdere organisaties voor de arbeidersklasse.
De eerste vormen waar men naar kan kijken zijn bijvoorbeeld bordspelletjes-, film- of handwerkorganisaties. Een belangrijk voorbeeld hiervan zien we terug in Utrecht waar dit soort stappen al zijn gezet. Zo hebben zij een sportorganisatie opgezet, namelijk SVV Pieter Jelles Troelstra. Dit helpt om voorbij de universitaire bubbel te breken. Het is dan wel van belang dat deze ook buiten die bubbel gepromoot worden zoals in de stad, buurt of werkvloer. Daarnaast is het van belang om te promoten op middelbare scholen en de lokale roc’s. Naast gezelligheidorganisaties is het ook belangrijk om te kijken naar organisaties die de arbeidersmacht op een structureel niveau opbouwen. Zo kun je beginnen met sociaal werk te doen binnen de lokale gemeenschap. Dit kun je doen wanneer je toegang hebt tot bepaalde materialen zoals een bijvoorbeeld een pand of een auto.
Je kunt bijvoorbeeld soepkeukens organiseren voor de buurt en dan gelijk ook met mensen in gesprek gaan. Het is namelijk belangrijk dat je hun problemen koppelt aan politieke punten. Daarom is het van belang dat deze projecten een politiek karakter hebben, zo kun je mensen namelijk ook meenemen in de beweging. Wanneer je dat niet doet ben je namelijk politiek gezien betekenisloos werk aan het leveren. Dan ben je namelijk vergelijkbaar met een goededoelenorganisatie. En hoewel je daar wel mensen mee helpt levert dat geen structurele veranderingen.
Naast soepkeukens kan men ook kijken voor het regelen van vervoer voor arbeiders in slecht bereikbare gebieden. Zo kun je mensen ook politiseren voor onderwerpen zoals vervoer. Echter moet men wel toegang hebben tot een busje of een auto. Naast dit soort fysieke activiteiten in de omgeving kun je je ook bezighouden met het opzetten van belangenorganisaties. Bijvoorbeeld met een lokale huurdersbond kun je agiteren tegen de huisjesmelkers. Hierdoor kan de arbeidersklasse zichzelf steeds beter gaan organiseren. Je begint dus met het opbouwen van een infrastructuur voor de arbeiders maatschappij binnen de kapitalistische maatschappij. Zo bouw je dus de partijbeweging.
Echter moeten we ons niet alleen focussen op het opzetten van nieuwe organisaties. We moeten ons ook meer gaan mengen in andere bestaand organisaties zoals de FNV en de lokale studentenbonden. Die zijn op dit moment niet gepolitiseerd en hebben een burgerlijke tendens. Het is dus van belang dat deze organisatie door onze interventies zich gaan scharen binnen de partijbeweging. Hiervoor kan het goed zijn om binnen ROOD en de Socialisten een landelijke strategie op te zetten.
Om nu in te gaan op de toepassing van de partijbeweging en hoe die kan helpen bij het helen van de onderwijs scheur binnen onze maatschappij. Om dit project aan te gaan binnen het onderwijs kunnen we kijken naar het geven van bijlessen aan de kinderen van arbeiders. ROOD Rotterdam had hier ook afgelopen examenperiode een eerste zet toe gedaan. Hiermee kunnen we ten eerste arbeiders meer kansen geven en tegelijkertijd kunnen we de scheur in de arbeidersklassen politiseren en zo ook beginnen te helen. Ook docenten binnen de beweging kunnen meewerken om deze scheur te helen. Als docent kun je kijken naar lesgeven in te richten als een bevrijdende actie. Je kunt je leerlingen de eerste aanzet geven tot het organiseren van de arbeidersklassen. Zo stelt dialectisch schrijver Paolo Freire het ook in zijn boek “Pedagogy of the oppressed” dat het leerproces van leerlingen of studenten een emancipatoire actie dient te zijn. Zo kun je ook op school klassenbewustzijn laten ontwikkelen. Wanneer de partijbeweging ooit groot genoeg is zou het ook goed zijn om te kijken naar het oprichten van een socialistische school.
Het belang van de partijbeweging is ten eerste om een maatschappelijke arbeidersmacht op te bouwen en ten tweede om sturing te geven aan de arbeidersklasse. Wanneer wij een samenleving kunnen creëren die los staat van de burgerlijke machten creëert de arbeidersklasse zo ook hun eigen macht om tegenover de burgerij te staan. Ook zien we dat er een partij nodig is om sturing te kunnen geven aan de progressieve stem van de arbeidersklasse. Bijvoorbeeld kan er binnen de beweging bepaalde strategische keuzes gemaakt worden. Binnen alle organisatie kan gemobiliseerd worden voor stakingen en demonstraties. Ook kunnen we ervoor zorgen dat bijvoorbeeld een voetbalwedstrijd niet doorgaat omdat er een belangrijke staking gaande is. Zo kan de arbeidersklasse dus daadwerkelijk macht vertonen.
Conclusie
We zien dat er een scheur bestaat binnen de arbeidersbeweging. Deze scheur vindt haar eerste plek in het onderwijs. Wanneer wij de arbeidersklassen willen verenigen zullen we dus moeten kijken hoe we deze scheur kunnen helen. Ten eerste moeten we dan kijken binnen ROOD en de Socialisten door te werken aan gestuurde acties en toegankelijke scholingen.
Ook kan de partijbeweging deze scheur verbeteren door mensen aan te trekken tot perifere organisaties. Hier is het wel van belang dat we ons meer gaan richten op perifere organisaties die niet gericht zijn op het universitaire studentenleven, maar vooral op het leven van werkende mensen. Zo kunnen we doorwerken naar een daadwerkelijk verenigde arbeidersklasse die een vuist kan vormen tegen de burgerlijke machten.
Strijdbaar,
Carmela Ganzedeur
Leave a Reply